Voorspel en eerste periode (1938 – 1945).
De directe aanleiding van de oprichting was, dat een groepje zangers uit Sneek, leden van de Ned. Reisvereniging, medewerking verleende aan een feestavond van de afdeling Sneek van de Nederlandse Reisvereniging. Onder leiding van de heer H.B. te Strake werden enkele Italiaanse liederen gezongen. Dat groepje had veel succes en werd gaandeweg uitgebreid.
Het feitelijk ontstaan van het Sneeker Cantatekoor is voor het nageslacht vastgelegd in de notulen van een oprichtingsvergadering op 5 oktober 1938.
Op de binnenzijde van de omslag van het eerste notulenboek staat vermeld: “ Opgericht den 5e Oct. 1938 “Het Sneeker à Capellakoor” onder leiding van de Heer H.B. te Strake “.
Het voorlopig bestuur bestond uit: Mevr. Prins, penningmeesteresse, mevr. Zandstra, assistent van mevr. Prins, de heer P. Boersma, voorzitter, de heer H. Stuurop, secreatris en de heer A. v.d. Werf, commissaris. De verkiezing geschiedde bij algemene stemmen van de opgekomen leden.
De contributie was aanvankelijk ƒ 0,20 per zangavond. In totaal werden er 34 of 35 weken per jaar gezongen.
Op 30 november 1938 werd de contributie reeds verhoogd tot ƒ 0,30 per te zingen avond, een kop thee inbegrepen. Er was geen verplichting tot het gebruik ener consumptie. De zaalhuur bedroeg ƒ 2,50.
Op 21 november 1939 werd het reglement door de leden goedgekeurd. Hierna werd in het notulenboek niets genoteerd tot de algemene ledenvergadering op 1 april 1959. Er is dus een hiaat van ongeveer 20 jaar.
Tijdens een bijeenkomst van het koor op 12 mei 1954 sprak de voorzitter en medeoprichter van het koor, de heer G. van de Pijpekamp, de volgende voor de geschiedenis van het koor belangrijke woorden, die ons weer terugvoeren naar het begin en ons tevens leren, wat er daarna gebeurde. De heer Van de Pijpekamp zei:
“Geachte Dames en Heren,
Het zal u misschien niet bekend zijn, maar vanavond vieren we een lustrum, het is n.l. de vijfde maal dat we een praatavond organiseren na een nieuw jaar van veel en hard werken onder de bekwame leiding van onze directeur, de heer Gezinus Schrik.
Maar…. Tegelijkertijd vieren we het derde lustrum van ons koor. Velen uwer zal het onbekend zijn, dat het in het jaar 1938 ons koor werd opgericht onder leiding van de heer H.B. te Strake onder de naam van “Sneeker à Capellakoor” en dat wij in februari 1939 de eerste uitvoering gegeven hebben in samenwerking met de afdeling Sneek van de Nederlandse Reisvereniging, waarvoor wij waren aangezocht een aantal Italiaanse liederen te zingen. Degenen die toen hebben meegezongen zullen het zich nog wel herinneren, het waren de volksliederen “Eionda, bella bionda”, “I l Cucu”, “Ticinesi son bravi Soldat”, “The Sorrelles” en met “E mi sunt chin Filanda” en de eerste kritiek op dit optreden gaf direct hoop op een goede traditie.
De krant schreef n.l. “Thans treedt een volledig à Capella koor hier voor het eerst in het publiek op, we hopen dat dit niet de laatste maal zal zijn, want dit koor dat het programma van de N.R.V. met het zingen van enige liederen opende en ook na de pauze nog eens optrad, maakte reeds bij dit debuut een uitstekende indruk. De zang was voortreffelijk, wel mede de beste zangers uit de stad schijnen er in verenigd en met dit koor kan Sneek voor de dag komen. Moge het onder zijn bekwamen directeur alle moeilijkheden doorstaan, welke het leven van koren in plaatsen van onze grootte steeds bedreigen”.
U bemerkt het, optimistisch voor wat betreft het voorbestaan was met in 1939 niet. Er volgde nog een kerstuitvoering en toen kwam 1940 mét de daarin uitbrekende wereldbrand en de moeilijkheden die daaraan verbonden waren.
Het duurde niet lang of de “Cultuurkamer” kreeg lucht van ons bestaan en wilde opgaven van ons hebben. De bestuursleden trokken zich ongemerkt terug en gaven geen antwoord. Wel werd er nog gerepeteerd, maar van optreden in het openbaar was geen sprake meer.
Steeds dringerder werden de bevelen om ons te melden en toen daaraan ook niet werd voldaan kwam van hogerhand het bevel de werkzaamheden te staken, de muziek bij de cultuurkamer in te leveren en resterende geld te storten op de giro van “Winterhulp”. De toenmalige bestuurders konden zich niet meer verzetten en in naam hield het koor op te bestaan.
Dit zou het einde hebben kunnen zijn van een veelbelovend begin, maar de bezetters hadden geen rekening gehouden met de koppige wil van de Nederlanders om toch en vooral omdat het verboden was, door te zetten en toen mevr. Jeanne Gerretsen een koor van onderduikers en dorpelingen oprichtte om daarmede eenvoudig koralen en enkele koren uit de Matthäus-Passion te zingen en de hulp van de leden van dit à Capellakoor inriep, kwamen ze als bij toverslag weer te voorschijn en zongen eerst in de kerk te Ylst en later in de kerk te Bolsward mee en waren daar zéér gewaardeerde krachten. In naam waren we van de kaart, maar met daad leefden we en werkten we”.
Na de bevrijding werd het koor nieuw leven ingeblazen en werd de heer Gez. A. Schrik, die inmiddels de praktijk van de heer Te Strake had overgenomen, direkteur en de naam van het koor werd omgedoopt in het ‘Sneeker CantateKoor’.
Deze informatie komt uit het jubileumboek ’50 jaar Sneeker CantateKoor 1938-1988′.
Er worden werken gezongen van Mozart, Bach, Mendelssohn, Purcell en vele anderen.
De begeleiding was vroeger van het Frysk Orkest.
Dirigenten waren Gezinus Schrik, Bram Feenstra, Ad Houtman, Henk Alkema en Jan Blanksma.